Overgenomen van Omroep Vlaardingen
Op 4 maart werd in de Vlaardingse gemeenteraad een motie behandeld van meerdere oppositiepartijen. De vraag was: moet er een begrotingsscan komen op de begroting 2021? De oppositiepartijen wilden dit om de spreekwoordelijke vinger aan de financiële pols te houden. De motie werd verworpen met 18 stemmen tegen en 15 voor. Maar bij de behandeling van de motie werden feitelijk onjuiste argumenten gebruikt en dit mag niet in de vergetelheid verdwijnen.
Verbazing
Een raadsvergadering via Microsoft Teams is soms wel fijn. Je kunt de raadsleden namelijk in de ogen kijken. Zo ook de ogen van Frans Hoogendijk, van de oppositiepartij ONS.Vlaardingen, toen hij de coalitiepartij GroenLinks voor een derde keer een volgens hem onjuist argument hoorde gebruiken, nadat hij het eerste en tweede gebruik, van VVD en D66, al weerlegd had. Die verbazing in de ogen, is terecht. De coalitie gaf als argument tegen een begrotingsscan door de provincie op de begroting 2021 dat “de provincie niet in staat is tot een nieuwe begrotingsscan”, terwijl een begrotingsscan op de begroting 2021 een voorstel van de provincie zelf was. Sterker nog: in de raadscommissie van 11 februari heeft Marcel van der Ark van de afdeling financieel toezicht van de provincie Zuid-Holland gezegd: “Een vervolgscan zal waarschijnlijk meer meerwaarde hebben, dat kan over één jaar of later.” Het college adviseerde de raad om er een jaar mee te wachten, maar de coalitiepartijen in de raad stelden nu dat de provincie niet bereid is hiertoe; een feitelijk onjuist argument.
Spanningen
Dit is een nieuw hoofdstuk in de spanningen tussen coalitiepartijen en oppositiepartijen in de raad. Oppositiepartijen hebben het gevoel dat ze niets te vertellen hebben en coalitiepartijen lijken geen gevoel te hebben. Discussie, overleg en compromissen: we hebben ze al jaren niet meer gezien in de Vlaardingse gemeenteraad. Hoeveel werk de oppositie stopt in voorstellen, zo weinig werk stopt de coalitie in het wegstemmen van deze voorstellen. Voorop staat dat ieder zijn stem heeft en dat die stem mag, en zelfs moet, bestaan. Dat de moties van de oppositie worden weggestemd is niet het probleem. Het probleem is de manier waarop. Er is in de Vlaardingse gemeenteraad een gebrek aan overleg, een gebrek aan contact tussen coalitie en oppositie en een gebrek aan stevige argumentatie vanuit de coalitie.
Wethouder Bijl
Een ander moment uit de raadsvergadering van 4 maart, waarvan de oppositie-ogen gingen rollen, was het betoog van wethouder financiën Jules Bijl. Die roept op om de afdeling financiën enige lucht te geven, hij wil dat de ‘energie’ in de realisatie van de plannen gestoken wordt en niet in een nieuwe begrotingsscan. Om dit uit te diepen moeten we terug naar vorig jaar. De gemeente wilde een begrotingsscan, maar bleek op een andere manier te werken dan wenselijk was voor een juiste scan, volgens de provincie. De afdeling financiën heeft er veel werk aan gehad om zich aan te passen en werkt momenteel volgens deze nieuwe werkwijze. Vorig jaar had de afdeling financiën dus werk aan de begrotingsscan, maar dit jaar had, bij een eventuele nieuwe begrotingsscan, dat werk vele malen minder geweest, omdat de manier van werken al aangepast is.
We weten niet hoeveel werk het is, maar op een site van een consultancybureau die begrotingsscans uitvoert staat dat de gemeente enkel gegevens uit het financiële systeem moet aanleveren hiervoor. Voor een scan door de provincie zal dit waarschijnlijk niet veel meer werk zijn voor de gemeente. Ook gaan de mensen van de provincie in gesprek met ambtenaren van de gemeente nadat de eerste conceptversie van de begrotingsscan er is, wat niet al teveel ‘energie’ zou moeten kosten. Het argument wat wethouder Bijl hier geeft, die tevens ook werd gegeven door zijn partij D66, is dus discutabel. Want veel ‘energie’, zoals hij het benoemd, zal de afdeling financiën hier dit jaar waarschijnlijk niet aan kwijt zijn geweest. Dit werd ook benoemd door Stefanie Solleveld van de Partij van de Arbeid, een oppositiepartij. De coalitie en het college reageerden hier niet op.
Hoogendijk vervolgt het betoog van Jules Bijl met een vraag aan de wethouder: “Wat vindt u belangrijker: de bezetting van uw afdeling financiën of het goed informeren van de raad?”. Het antwoord van de wethouder is wat vaag, maar het komt erop neer dat hij niet voor de tweede keuze kiest. Deze keuze mag gemaakt worden, maar het vergroot wel de kloof tussen coalitie en oppositie in onze raad.
Verantwoording
Onze gemeenteraad wordt iedere vier jaar gekozen door Vlaardingers en heeft drie taken: de Vlaardingers vertegenwoordigen, kijken wat er nodig is in de gemeente en – misschien wel de belangrijkste – het college controleren. Momenteel lijkt het wel alsof maar 17 van de 35 gemeenteraadsleden echt het college aan het controleren zijn en dat de 18 coalitiezetels meelopen in de polonaise van het college. Hoe is dit op te lossen? Die oplossing ligt bij de raadsleden die dit probleem veroorzaken.
Coalitieleden zijn uiteraard vrij om het met een motie niet eens te zijn. Maar ga op zijn minst de discussie aan met de oppositie en gebruik daarbij feitelijk correcte argumenten. Het is niet duidelijk of zij ‘trekpoppen zijn van het college’, zoals Ben Trooster van Beter voor Vlaardingen op Facebook zei. Maar als zij dat niet zijn, is het op zijn minst handig om niet de indruk te wekken dát ze trekpoppen zijn. Eens zijn met het college is prima, maar met de gehele coalitie dezelfde feitelijk onjuiste argumenten gebruiken, en hierbij blijven als het gerectificeerd wordt door de oppositie, is dat niet.
Vlaardingers kiezen gemeenteraadsleden die als taak hebben om het college te controleren. De oproep aan deze raadsleden moet dan ook zijn: zorg dat de gemeenteraad van Vlaardingen met zijn 35’en het college controleert. De Vlaardingers hebben er immers 35 gekozen.